zondag 17 april 2016

Oudheidkundig Museum Leiden

De Archeoloog liegde niet toen hij zei: tot op heden krijg ik niet genoeg van al die oudheden.
Dus togen wij zondag jongstleden wederom naar het Oudheidkundig Museum. De Romeinen en Grieken hadden we al een tijdje geleden bekeken, maar de Egypte afdeling was nog in opbouw.

Dat is ie nu nog steeds, maar er is nu wel een tentoonstelling over de begrafenisrituelen bij de Egyptenaren. Voor deze keer niet al dat gedoe met loodzware gouden maskers, pyramiden en behekste graftomben, maar een leuk overzichtelijk overzicht over wat onder ambtenaren priesters en beeldhouwers gebruikelijk was.  Kortom de gegoede burgerij.

 


De sarcofaag van Ahmes staat in de grote hal en behoort tot de vaste collectie. Dat is logisch, want hij is erg mooi. Maar wellicht heeft het ook te maken met het formaat: zes kubieke meter  graniet dump je niet even in een depot.

De tentoonstelling bevat toch ook  wel mummies, en kanopen om de ingewanden in te bewaren.

 
Maar ook kisten, gezellig van binnen beschilderd met symbolen van de dagelijkse benodigdheden voor de afterlife. En voorzien van ogen om naar buiten te kunnen kijken. Hopelijk word je elke dag herboren als de zonnegod Ra zijn nachtelijke tocht door de onderwereld maakt.

 
Hier een papyrus met een tafereel waarbij de ziel (het hart) van de overledene wordt gewogen. Bij goedkeuring mag je blijven in de onderwereld. Zowieso werd er veel papyrus ingesloten in de graven, voorzien van beschermende spreuken.

 
Het is een drukte van jewelste op de tentoonstelling. Veel kinderen die intens druk bezig zijn met
het alhier uitgereikte quizz-formulier. De papegaaienkooi in Artis is in vergelijking een meditatieve Zen-tuin. Maar we klagen niet. Verheugend zoveel enthousiasme. Zie het citaat van de archeoloog boven. Om even weer de myriaden goden helder te krijgen die een rol spelen in Egypte,  zetten we ze hier nog even op een rijtje. Maar voor ons ook wel een welkom geheugensteuntje. Zeker na het Boeddha-gebeuren van vorige week, met weer een ander familie van godheden, heiligen en ander gedoe.

 
 
De graftombes waren veelal voorzien van een openbaar gedeelte, waar geofferd kon worden door de clientèle , en waar de rijkdom en deftigheid van de overledene kon worden bewonderd.

 

 De hier getoonde stêle stond in zo’n openbaar gedeelte. Er zijn hierogliefen weggehakt uit de tekst; waarschijnlijk stond hier de naam van de god Amon, en is die verwijderd uit de tijd van farao Achnaton, die een een-goden-stelsel voorstond.

 
In dit verband weer een treffende link naar een andere, latere religie:  De god Isis met kleine Horus, die de borst krijgt.


Weer buiten is het nog steeds mooi weer. Zonde van de meegezeulde parapluie. De busdiensten rijden overvloedig, maar we nemen toch maar lijn 2 naar huis.  De horde van de inmiddels gesloten OV-poortjes op Leiden CS nemen we door middel van twee speciaal aangevraagde OV-Leiden-CS-Passagekaarten. Werkt perfect. En gratis. Zoals alles vandaag. Voor de reis naar het hiernamaals schijn je toch een muntje onder je tong te moeten hebben. Maar dat is voor de veerman Charon. En dat is een Griek.
Tot de volgende keer! Leiden is nog niet uitgeput, maar Gainsborough in Enschede, en de Amsterdamse School in het Stedelijk A'dam lonken ook.

zondag 10 april 2016

Hortus Botanicus Lugdunumiensis Zondagmiddagiensis

Beste vrienden en volgers,

Hoppekee, zomaar weer een prachtige zonnige zondagmiddag. Zonde om binnen te zitten in een stoffig museum. Maar de museumkaart brandt in onze portemonnée.
Geen nood, Leiden heeft ook een Hortus Botanicus, en gratis toegankelijk voor museumpassers. En er loopt een expositie van  bloeiende camelia’s, zoals een lieve oplettende volger ons wist te tippen.

Een oprecht aangename Spaziergang voert ons langs het Galgenwater, en het Sieboldthuis aan het Rapenburg. Toen Siebolt uit Japan terugkwam en zich te Leiden vestigde, had ie wat stekkies voor de buurman,  en sindsdien bloeit de Camelia-cultuur alhier.



 
 
Even verderop aan het Rapenburg lopen we langs het Academiegebouw de hortus in. We passeren een  uiterst vriendelijke Duitse kassamedewerker, die ons in vleckenlos Nederlands uitlegt hoe de museumpassenscanner wirkt.


Vervolgens knopen we een praatje aan met de folderstalletjes-mevrouw. We horen dat in de tropische kas de jadebloemen bloeien, en dat die uit  het Philippijnse oerwoud komen. Scheelt ons mooi weer een retourtje verre oosten, op deze zondagmiddag. Of wordt het ons door de neus geboord? Daar moet de folderstalletjes-mevrouw wel  om lachen.  
 




 
De Camelia’s staan in de orangerie en  zijn prachtig. En ook de jadebloemen verderop in de kas zijn spectaculair.  De beroemde waterlelie op welker blad vijf man kan staan, moet nog even
doorgroeien. Dus we komen te zijner tijd nog wel even terug. 



Het kuieren door de buitentuin is erg aangenaam. Langs het Japanse tuintje met het borstbeeld van Siebolt, de kruiwagens met geurende hyacinthen, en de doorkijkjes naar het historische centrum, en de bloeiende bloembedden (niet op liggen aub).
 
 
 
 
 
Weer thuis snoeien we de wilde fuchsia’s in de achtertuin, hangen de was te drogen, en gooien een eendeborst in de pan. Al met al weer een welbestede zondagmiddag.

 

 

zondag 3 april 2016

Volkenkundig Museum Leiden

Beste vrienden en volgers,

Sinds een tijdje beschikken we over twee museumpassen die we natuurlijk zoveel mogelijk willen uitbaten. Nu is het in een stad als Leiden niet moeilijk om een leuk museum te vinden.
Het Oudheidkundig met een heuse Egyptische tempel in de hal , de Lakenhal volgehangen met Hollandse meesters, het Naturalis met alles over de natuur, het Siebolthuis met Japanse
artefacten die ze in Japan zelf niet meer hebben, noem maar op.



Vandaag kuieren we echter door het voorjaarszonnetje richting het Volkenkundig Museum, waar een tentoonstelling over de Boeddha ingericht is. De vriendelijke heer achter de kassa verstrekt ons op vertoon van onze museumpassen twee vorstelijke vrijkaarten en twee boekjes met teksten over de tentoonstelling. Die boekjes wil hij wel terughebben graag na het bezoek, voor volgende gegadigden.



Middels een zeer verzorgde expositie met mansgrote foto's aan de muren, verleidelijke licht- en klankbeelden en overvloedige antieke parafernalia van over de hele wereld maken we kennis met de wereld van het Boeddhisme. De geschiedenis van hoe Sidhartha Gouthama veranderde in Boeddha en de verlichting bereikte trek aan ons voorbij, de verspreiding van het Boeddhisme over de landen van het verre Oosten en verder tot in Nederland, uitleg over het Tulpenboeddhisme en de Boeddisische Stupa ergens in Friesland. Reuze interessant.

En natuurlijk veel boeddhabeelden, van over alle werelddelen hierheen verzameld. Wat een prachtige verzameling kunst! Reeds tijdens zijn leven waren er al beelden van Boeddha in omloop, voor als ie zelf niet thuis was en er toch bezoek was. Naar verluidt reageerde het eerst gemaakte beeld op de werkelijke Boeddha toen weer 's thuis was, en dat gold verder als orginele plaatsvervanger.



Dat eerste beeld is er natuurlijk niet meer, het zou 2300 jaar oud zijn nu, maar op de expositie zijn er stukken van meer dan duizend jaar oud. Elk boeddhabeeld moet overigens ingewijd zijn middels toevoeging van een relekwie, een boeddhistische tekst of anderszins, om wat voor te stellen.



Sinds jaar en dag is er in het Volkenkundig de Boeddha zaal, met een prachtige verzameling bronzen Japanse boeddhabeelden uit de achttiende eeuw, en bij elk bezoek gaan we weer even kijken. Zo ook nu uiteraard. Kom vooral langs, maar stel het niet te lang uit. 5000 jaar na Boeddha's verscheiden zullen alle boeddha beelden in elke Stupa ter wereld oplossen en overgaan naar een volgend leven. En er zal een nieuwe Boeddha opstaan.



Buiten het museum staan de fruitbomen vol in bloei. Dat gaan we missen als we in het najaar in Japan zijn, maar dit hebben we alvast in de pocket.


 
Weer thuis bekijken we ons eigen boeddhabeeld dat op een tafeltje in de keuken staat. Het is er eentje uit Thailand en we weten niet of het ingewijd is.



De gelaatsuitdrukking is echter intelligent, wijs en vriendelijk. En om zijn hals hangt een mooie kralenketting dat ons nichtje (toen zeven) zo mooi vond passen.